Jan Mijnheer blikt positief terug op zijn tijd bij de Vrienden van Techniek
Op donderdag 25 februari is Jan Mijnheer op passende wijze bedankt voor zijn jarenlange inspanningen als voorzitter van de Vrienden van Techniek. De Agnietenhof in Zwolle vulde zich met een mengeling van bestuursleden en heel veel relaties uit het immense netwerk van de Vrienden van Techniek. Nu, in de luwte, is het tijd voor Jan Mijnheer om de balans op te maken van de jarenlang belangenloze inzet van zoveel mensen uit het technisch onderwijs en bedrijfsleven: “Het ging nooit om mij. Ik gaf anderen juist graag de ruimte om hun inbreng te laten floreren. Het gaat om samenwerken, het liefst techniekbreed. In die laatste ontwikkeling zie ik veel toekomst. De nieuwe voorzitter Matthijs Breel is de goede man om die brede en inmiddels al ingezette koers verder gestalte te geven.”
2015: een cruciaal jaar
In het leven van Jan Mijnheer viel in 2015 een aantal cruciale ontwikkelingen samen: “Ik ging bij Unica met vervroegd pensioen na een lange loopbaan als leidinggevende, ik beëindigde mijn voorzitterschap van de Vrienden van Techniek en ik werd ernstig ziek. Al met al heb ik in 2015, en ook nu nog, veel nagedacht over hoe de zaken zijn gelopen. Ik kijk met blijdschap terug, al helemaal op mijn voorzitterschap van de Vrienden van Techniek. Dit is een heel bijzondere periode in mijn leven geweest.” Alhoewel de gezondheid van Jan nu stabiel is, wachten hem nog spannende vervolgonderzoeken. Jan heeft een positieve levensvisie die welbeschouwd voor iedereen zou kunnen gelden: “Het is goed om te dienen en niet om gediend te worden. Vanuit die levenshouding probeer ik mensen te helpen. Dat uitte zich in een, zeg maar, ondersteunende manier van leidinggeven. Die stijl past bij wie ik ben. Het gaat om mensen en niet om dingen. Maar als iets mij niet beviel, zei ik het wel altijd.”
15 jaar in het bestuur
Op 24 mei 2015 bestond de Stichting Vrienden van Techniek officieel 20 jaar. “Gedurende deze periode heb ik 15 jaar in het bestuur gezeten waarvan ik 12 jaar de voorzittershamer mocht hanteren en medeverantwoordelijk was voor de stevige positie die de Vrienden van Techniek vandaag de dag heeft bereikt.” Daarnaast heeft Jan zich de afgelopen jaren via het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB) en Regionaal Beleidsplatform Installatietechniek (RBPI) ingezet voor onze branche. Nu, met pensioen, is Jan nog volop maatschappelijk actief in allerlei gremia, zoals in de Nederlandse Patiënten Vereniging en in een Commissie van Toezicht in het onderwijs. En ook is Jan niet te beroerd om lokaal de kinderen mee te helpen tijdens de aanstaande Week van de Techniek. Daarnaast blijft hij ook graag op de hoogte van het reilen en zeilen in de branche en is hij genegen om ‘klusjes’ te doen voor en binnen de brancheorganisaties. Eveneens besteedt hij nu veel tijd aan zijn geliefde hobby’s: de groentetuin, onderhoud aan houtsingels en haardhout hakken. Kortom, veel in de natuur bezig zijn. Ook heeft hij nu meer tijd voor en contact met kinderen en kleinkinderen.
2008: de start van de stroomversnelling
Jan schetst dat de aanloop tot de stevige factor die de Vrienden van Techniek nu is, niet altijd zonder zorgen is geweest: “Vergeet niet, iedereen deed en doet dit werk er belangeloos naast. Vaak in combinatie met een drukke, leidinggevende baan. Daardoor liep in het begin niet altijd alles vlekkeloos. De grootste uitdaging was om van plan naar praktijk te komen. Van afspraak naar actie. Met de komst van Sandra de Boer als betaald projectleider in 2008, kwam de stichting in een stroomversnelling. Zij wist contacten aan te boren, beet zich vast en kon zaken van plan naar praktijk realiseren. Met Sandra kwam de vaart erin die door haar voorganger Jouk Huisman al goed was voorbereid. Ook hem noem ik graag in dit verband. Hier zie je dus weer dat het gaat om de inzet van mensen, daar valt of staat het mee.”
Trots op het bereikte resultaat
“Ik ben trots op wat er nu staat: een grote groep dynamische werkgevers uit de technische sector in Zwolle en omgeving die, samen met het onderwijs, druk is met activiteiten rond instroombevordering techniek en aansluiting van de kwaliteit en het actueel houden van deze opleidingen. Dit doen we binnen het samenwerkingsverband de Vrienden van Techniek. Met als doel om de regio Zwolle, nu en in de toekomst, te voorzien van goede en gemotiveerde medewerkers in de technische branche. En dit doen we al 21 jaar en daar mogen we trots op zijn.”
De kracht: de regionale kracht en aanwezigheid
Vervolgens schetst Jan, naast goed projectleiderschap, nog een tweede succesfactor van de Vrienden van Techniek: “We hebben nooit een te grote broek aan willen trekken. Landelijke initiatieven op het gebied van techniek hebben snel te weinig aantrekkingskracht op lokale en regionale ondernemers en opleidingen. Het is voor hen vaak te ver van hun bed. Wij hebben altijd ingezet op een sterke regionale inzet en gewoon heel nuchter de dingen gedaan die gedaan moeten worden. Die regionale kracht en aanwezigheid maken de Vrienden van Techniek bijzonder, daar ben ik van overtuigd. Ook voor de overheid zou die regionale kracht een overtuigend argument moeten zijn om ons financieel te steunen. In ieder geval meer dan nu het geval is. De financiën zijn sowieso altijd lastig en we moeten nooit vergeten dat het grootste deel van ons budget rechtstreeks van de deelnemende bedrijven afkomstig is. We zijn hen dus schatplichtig, alleen al door het heel nauwgezet verslag doen van onze bestedingen. Wat het werk lastig maakt, is dat we niet altijd een direct verband kunnen aantonen tussen onze investeringen in activiteiten en de rechtstreekse opbrengsten daarvan in de vorm van een toenemend leerlingenaantal. Maar als we helemaal niets doen, daalt de instroom gegarandeerd naar een onaanvaardbaar peil, zoveel weten we wel. In dat spanningsveld doen wij ons werk.”
Content met opvolging
Jan is heel blij met Matthijs Breel als opvolger. “Hij past in mijn ogen precies op die plek. Het verhaal van de Vrienden van Techniek is zijn verhaal, dat voel je aan alles. Wat ik onder andere sterk aan hem vind, is dat hij meer commerciële inslag heeft dan ik. Daar kan de Vrienden van Techniek nog haar voordeel mee doen, hoop ik.” Jan geeft aan dat met de komst van Matthijs een aantal zaken dat eerder in gang is gezet, kan worden dóórgezet: “Daarbij doel ik vooral op het techniek breed samenwerken om de instroom in de technische sector te bevorderen. We hebben hiervoor al stappen gezet, zoals de verbreding van onze naam naar Vrienden van Techniek, en onder Matthijs kan dit verder worden uitgevoerd. Het is hem op het lijf geschreven om contacten aan te gaan of weer aan te halen met het Techniekpact, het HBO, de Vrienden van de Werktuigbouw en meer. De eerste gunstige tekenen hiervan zijn al te zien. Die verbreding maakt onze vuist alleen maar steviger, zowel organisatorisch als financieel. Zelf adviseer ik ook om meer de bedrijven in de procestechniek, de machinebouw en de maakindustrie erbij te betrekken. Daar zie ik heel veel potentie.”
Samenwerken op basis van gelijkwaardigheid
Ook accentueert Jan het belang van de kracht van samenwerken op basis van gelijkwaardigheid: “En dat belang zie ik dus techniek breed. Het veelzijdige Activiteitenplan van de Vrienden van Techniek is daar een mooie afspiegeling van. We moeten blijven investeren in onderwijs en mensen. Gesteund door de fantastisch mooie club met vrijwilligers die de Vrienden van Techniek is. Bevlogen mensen uit zowel het onderwijs als bedrijfsleven die zich belangeloos, naast hun eigen drukke werk, blijven inzetten voor de doelstellingen. Het is een kwestie van de lange adem.”
Advies: blijf vernieuwen
Wel heeft Jan een advies voor de Vrienden van Techniek, uiteraard zonder hen voor de voeten te willen lopen: “We hebben een aantal succesvolle activiteiten zoals de bekende Week van de Techniek, op de kaart gezet. Dat succes is mooi, maar we moeten proberen te voorkomen dat er een sleur in sluipt. Het is de kunst, en ik weet hoe moeilijk dat is, om nieuwe activiteiten te bedenken die de doelgroep en alle betrokkenen blijven verrassen en motiveren. De Vrienden van Techniek zal moeten blijven innoveren om relevant te blijven. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.”